Energie aanmaak op celniveau
Je moet je voorstellen dat je lichaam uit biljoenen cellen bestaat. Binnen elke cel bevinden zich allerlei organellen, waaronder de mitochondriën. Dit worden ook wel de energiecentrales van je lichaam genoemd; ze zijn in staat voeding om te zetten in energie. In spiercellen bevinden zich meer en grotere mitochondriën dan in bijvoorbeeld vetcellen. Sporten en bewegen is daarom zo belangrijk, hoe meer spiercellen je lichaam heeft, hoe energieker je je voelt.
Hiernaast zie je een afbeelding van een lichaamscel.
De mitochondriën zijn hier in het blauw afgebeeld.
Alvorens voeding de mitochondriën bereikt moet het door de buitenwand van de cel heen, het celmembraan.
Hiernaast zie je een stukje van die buitenwand van de cel sterk uitvergroot. Deze bestaat uit een dubbel laagje van kleine vetbolletjes (fosfolipiden of hydrofiel hoofdje genaamd in deze afbeelding). Zijn die vetbolletjes verstard (te hard, te stug) dan laten ze voeding moeilijker door waardoor de voeding niet volledig de mitochondriën kan bereiken. Uit de niet doorgelaten voeding kan dus ook geen energie gemaakt worden!!!
Ik vergelijk die vetbolletjes vaak met een hele serie ballonnen; zijn deze hard opgeblazen en plemp je ze tegen elkaar aan, dan vormen ze een bariere waar weinig door heen kan. Zo is het ook met de vetbolletjes van je celwand.
In de afbeelding hiernaast zie je inzichtelijk gemaakt wat het verschil in opname van voeding is tussen gezonde en minder goed werkende cellen. Het goede nieuws is dat je hier door voeding wat aan kan doen en ook is in bloedonderzoek te meten hoe bij jou die situatie is.
De verhouding tussen omega 6 en omega 3 in je lichaam is bepalend hoe flexibel/doorlatend het celmembraan is. Hoe meer omega 6 je in je lichaam hebt in verhouding tot omega 3 hoe minder flexibel die celwand is, dus hoe minder voeding tot de cel door kan dringen. In bloedonderzoek dat ik bij klanten afneem worden de vetzuren geanalyseerd, waaronder de verschillende vormen van omega 3 en 6 en de celdoorlaatbaarheid. Ik zie vaak een tekort aan omega 3, oplopend tot zeer ernstige tekorten.
De belangrijkste bronnen van omega 3 zijn vis en algen. Als je dit niet regelmatig eet, mag je er vanuit gaan dat ook bij jou de celwand niet voldoende doorlaatbaar is. Omega 3 kan je ook binnen krijgen door het nemen van visolie capsules of in vloeibare vorm. Omega 6 bevindt zich o.a. in veel plantaardige oliën waaronder zonnebloemolie. Ook als je dit zelf niet gebruikt krijg je dit binnen met het eten van bewerkte en kant en klare voeding.